Landgoederenzone: streven naar een balans van nat en droog

Gepubliceerd op 2 juli 2021

De afgelopen 150 jaar is de landgoederenzone in het stroomgebied van de Baakse Beek sterk ontwaterd; het veen werd afgegraven als grondstof en beken gekanaliseerd om wateroverlast tegen te gaan. Ook werden extra watergangen aangelegd zodat overtollig water sneller afstroomde naar de IJssel. Dat maakte intensievere landbouw mogelijk. Maar het effect was ook dat de grondwaterstand de afgelopen 70 jaar meer dan een halve meter is gedaald. Daarnaast worden door de klimaatverandering de winters natter en de zomers steeds warmer en droger. Deze verdroging neemt in de Achterhoek steeds verder toe met als gevolg dat de natte natuur snel afneemt en in de landbouw de beregeningsbehoefte toeneemt.  Kortom: de zeer sterke ontwatering, versterkt door klimaatverandering, leidt tot verdere verdroging. Daarom is ingrijpen in het watersysteem noodzakelijk. Wat gaan we hier – samen met alle betrokkenen en bewoners – aan doen?

Waterschap Rijn en IJssel begon een zoektocht - samen met de provincie Gelderland, de gemeente Bronckhorst en de grondeigenaren - naar mogelijkheden om het watersysteem klimaatrobuust in te richten. Daarbij staat het maximaal vasthouden van water centraal. Door meer (regen)water langer vast te houden wordt het uitzakken van grondwaterstanden vertraagd. Om dat te bereiken is een hervorming van het watersysteem nodig. De te diepe en vaak niet op de laagste plek gelegen watergangen moeten verondiept of zelfs gedempt worden, waardoor het water in natte periodes de natuurlijke laagtes volgt. Hierdoor wordt de infiltratie (het in de bodem brengen van water) van neerslag in de bodem geoptimaliseerd.

Hydrologisch streefbeeld 2100

Sinds 2020 werken de betrokken partijen samen aan de planuitwerking op landgoedniveau (deelgebieden van 50 tot 500 hectare). Daarbij ontbrak het tot begin 2021 nog aan een hydrologisch toetsingskader en streefbeeld. Zonder streefbeeld is onvoldoende duidelijk in hoeverre de voorgestelde maatregelen klimaatrobuust zijn. Ook is dan niet helder in hoeverre ze bijdragen aan verhoging van ecologische waarden en wat ze betekenen voor de landbouw. Daarom heeft het waterschap aan Arcadis gevraagd om een hydrologisch perspectief voor de Baakse Beek op te stellen: hoe ziet dit gebied er waterstaatkundig in het jaar 2100 uit? Wat gebeurt er als we niets doen en de klimaatverandering doorzet? En wat is nodig om de toenemende verdroging structureel tegen te gaan?

Wilco

Watersysteem is zowel veroorzaker als oplosser

Wilco Klutman – specialist water Arcadis – licht de situatie toe: ‘We zijn altijd koning afvoer geweest. We hebben in Nederland nota bene een overschot qua neerslag en toch verdroging. Dat heeft te maken met hoe wij omgaan met het watersysteem. Afvoeren in plaats van vasthouden. Dat moet veranderen, we moeten een soort spaarsysteem gaan ontwikkelen en met de mogelijkheden en inzichten van nu op zoek naar een nieuwe balans. We moeten de beste spaarlocaties gaan kiezen en daarbij is het watersysteem leidend. De essentie is dus: water vasthouden en de functies afstemmen op wat ter plekke het beste past. Dat is maatwerk! De dekzandruggen bijvoorbeeld zijn als het ware kamelenbulten waarin we water zouden kunnen opslaan. De beekdalen zijn door de plas/dras-omstandigheden het meest geschikt voor de natuur en natuurlijke landbouw, terwijl op de flanken uitstekende grond voor ook reguliere landbouw ligt.’

Het werkt!

Uit het onderzoek van Arcadis komt naar voren dat de gekozen oplossingen van de Ontwikkelvisie Landgoederenzone Baakse Beek Bronckhorst erg effectief kunnen zijn in het vasthouden van water. Deze maatregelen zijn het lokaal dempen of verondiepen van hoofdwatergangen, het dempen van detailwatergangen en dat gecombineerd met de aanleg van brede slenken in laagtes. De grondwaterstand wordt door deze maatregelen deels hersteld, met enkele decimeters verhoging in met name het voor de natuur en landbouw zo belangrijke voorjaar. Deze grotere grondwatervoorraad kan tijdens het groeiseizoen weer ten goede komen aan natuur en landbouw, zodat het negatieve effect van klimaatverandering beperkt wordt. Wilco: ‘De studie laat ook zien dat zónder ingrijpen het huidige landgebruik niet vol te houden is. Natte natuur zal verder verdrogen en de landbouw zal te maken krijgen met een toenemende beregeningsnoodzaak.’

Ingrijpen is noodzaak

Wilco licht toe:Als we ingrijpen op de afvoer van het water, zal het landgebruik in met name de beekdalen óók moeten wijzigen. Dit kan gerealiseerd worden door gronden te ruilen of door het gebruik en de functie aan te passen. Sommige landbouwvormen zullen bijvoorbeeld uit de beekdalen verplaatst moeten worden naar de hogere gronden. Op papier is natuurlijk alles makkelijk te verschuiven, maar in de praktijk zal dat enorm omschakelen zijn. Sommige grond wordt al generaties lang op dezelfde manier gebruikt, de agrarische ondernemers hebben daar altijd zo gewerkt. Iedereen heeft zo zijn eigen bedrijfsvoering en een omschakeling daarin zal wennen zijn. Maar een ding is zeker: steeds meer beregenen is geen duurzame oplossing. We moeten dus samen serieus nadenken over hoe het beter kan.‘ Feit blijft echter dat niet alles op te lossen is; in de zomer zal het grondwaterpeil nog steeds diep uitzakken, dat is niet te verhelpen.

Landgoederenzone is het juiste schaalniveau

Een andere conclusie van Arcadis is dat de landgoederenzone het juiste schaalniveau is voor planvorming. Bij kleinere projecten is er te weinig effect. Pas (Programmatische Aanpak Stikstof) als het watersysteem in grote delen van het gebied wordt heringericht, gaat de grondwaterstand significant omhoog. Relevant is ook dat bovenstrooms watersysteemherstel een minimaal effect op de landgoederenzone heeft, ook omdat het veen dat vroeger als spons fungeerde en gedurende de zomer nog wat water losliet, verdwenen is.

Herinrichting: ook in samenwerking

Kortom: met de voorgenomen maatregelen rondom het watersysteem in de landgoederenzone worden – als gezamenlijke partners – de juiste stappen gezet op weg naar een klimaatrobuust systeem. Richting de toekomst is het van belang om de samenwerking tussen waterschap, gemeente, provincie, landgoedeigenaren en agrariërs te versterken door sámen het vervolgonderzoek te formuleren en te begeleiden. Ook is het noodzaak om te onderzoeken hoe het beleid bij het waterschap én andere overheden aangepast kan worden, om een klimaatrobuust watersysteem (sneller) te kunnen ontwikkelen én beschermen. Dan wordt niet alleen het gebied heringericht en verbeterd, maar ook de manier van (samen)werken om zover te komen.