Leon Ruesen: vertrek van een innovatieve denker en uitdagende doener

Gepubliceerd op 2 juli 2021

Tijdens een boswandeling – op 10 kilometer van zijn Doesburgse geboortegrond – gaan we met de fris gepensioneerde Leon Ruesen terug in de tijd. Hij was de laatste 5 jaar van zijn loopbaan werkzaam bij Waterschap Rijn en IJssel als opdrachtgever. Hij vertrok op een uniek moment: de evaluatie van ‘zijn’ klimaatpilot rond de Baakse Beek en Veengoot. Leon vertelt geanimeerd over zijn ervaringen.

De komst van Leon naar het waterschap – 5 jaar geleden – was geen vanzelfsprekende stap. Leon: ‘Vanuit werkloosheid – of liever gezegd tijdrijkdom – stelde ik mezelf twee vragen. Wil ik nog aan het werk op mijn zestigste en zo ja, wat zijn dan interessante kansen? Na wat lukraak solliciteren werd voor mij steeds duidelijker dat ik bij een waterschap wilde gaan werken: dat was voor mij de boeiendste uitdaging. Toen ik bij Waterschap Rijn en IJssel solliciteerde was ik dan ook best zenuwachtig, het was precies wat ik wilde! De combinatie van alles wat ik ambieer: de rol van opdrachtgever in een voor mij bekende en geliefde regio, creatieve gebiedsontwikkeling en dan niet in de frontlinie maar wel met invloed. Gelukkig bleek het raak aan beide kanten.’

BB NB juni 2021 - Leon 1

Accent op stroomgebied Baakse Beek en Veengoot

‘De landgoederenzone had prioriteit in de planning. We gingen hier innovatief aan de slag. Het watersysteem diende als drager en de functies zouden daaraan worden aangepast: een behoorlijk revolutionaire benadering. Ik had dan ook lange tijd het gevoel dat we er alleen in stonden en weinig voeding kregen. Het was een klimaatpilot die gaandeweg handen en voeten kreeg. Het verbindende thema in dat proces was de klimaatverandering.  Een jaar lang hebben we geïnvesteerd in het motiveren en betrekken van de benodigde partijen bij deze nieuwe werkwijze. We hebben vertrouwen en stevige relaties met de omgeving opgebouwd, ook omdat we van buiten naar binnen werkten. Alles staat of valt met de goede mensen, dat was cruciaal bij deze aanpak.’

Prachtige resultaten

Tijdens een van de laatste bestuursbijeenkomsten, bleek tot Leon’s verrassing dat de klimaatpilot niet alleen aandacht maar ook succes had geboekt. Leon: ‘De gedeputeerde Peter Drenth stelde dat dit de manier was waarop het moet gaan, voor de provincie was dit proces HET uithangbord als het gaat om LNV. Hij vroeg wat we nodig hadden om het proces te kunnen versnellen, ze wilden graag faciliteren. We voelden ons vanaf dat moment aan alle kanten gesteund en sindsdien kijken we bewuster naar hoe we beter kunnen doorpakken. Daar past ook evaluatie, bezinning en toekomstvisie bij, op dat punt staat het team nu. We hebben nog meer mooie resultaten kunnen neerzetten: de film over de Baakse Beek bijvoorbeeld, eigenlijk een geschenk vanuit het gebied van wat we allemaal samen hebben bereikt, initiatieven – van groot tot klein -  die door samenwerking gerealiseerd zijn. Zoals een klimaatadaptief schoolplein, de waterberging (vasthouden van water in bergingsgebieden) bij de Aaltense Goor waar afgelopen winter op geschaatst werd. En reacties van de enthousiaste eigenaren van de Wildenborch dat ze weer volle vijvers hebben.’

BB NB juni 2021 - Leon

Frisse aanpak werkt

Leon vindt dat hij op geen mooiere manier zijn loopbaan heeft kunnen afsluiten. ‘Er was ruimte om iets nieuws uit te proberen. Dat heeft wat mij betreft ook weer bevestigd dat een frisse aanpak werkt. Dat zou ik wel willen meegeven: haal altijd vers bloed en verwondering naar binnen. Want je eigen blik is beperkt en je moet prikkels blijven genereren om te kunnen blijven vernieuwen.’ Leon kijkt vooral vanwege de mensen met wie hij werkte met liefde terug. ‘Zoals ik al zei, alles staat of valt met de juiste mensen. En dan gaat het niet alleen om expertise en vakkennis maar ook om kleurrijke creatieve mensen, die moet je ook aan boord hebben. Die heeft het waterschap te weinig in huis, denk ik.’ Een laatste levensles die Leon graag wil delen, is er ook een om te onthouden. ‘Het is belangrijk de ziel van het waarom te bewaken. Vorm en techniek krijgen vaak alle aandacht, maar het waarom en hoe is van groot belang: wat helpt het ons, concreet, wat zijn de praktische gevolgen van wat we doen? Dat moeten we ons steeds blijven vragen.’