Is Lichtenvoorde nu echt klimaat klaar?

Gepubliceerd op 25 april 2019

Waterschap Rijn en IJssel en gemeente Oost Gelre hebben de afgelopen jaren drie wateropvanggebieden en twee nieuwe watergangen gerealiseerd, die bij extreme neerslag het water om Lichtenvoorde heen leiden. De ontwerpen van de wateropvanggebieden en bypasses zijn tot stand gekomen in afstemming met bewoners en gebruikers. Dit gebeurde onder andere via de werkgroepen vanuit de Visie Besselinkschans.

Maatregelen gecombineerd met meerwaarde

Lichtenvoorde heeft vanwege de ligging aan de voet van de terrasrand een lange historie van wateroverlast. Bij extreme neerslag in 2010 leidde dit tot grote overlast. Om de kans hierop te verkleinen zijn er drie wateropvanggebieden gegraven: aan de Weijenborgerdijk, vlakbij de Visserijdijk/Eikendijk en vlakbij de Nieuwendijk. In totaal gaat het om een oppervlakte van circa 13 hectare met een opvangcapaciteit van 60.000 kuub water, ofwel 55.000 badkuipen vol. Ook worden er twee nieuwe watergangen (bypasses) aangelegd met als doel het water uit de Weijenborgerbeek, de Vragenderbeek en de Visserijbeek om te leiden. Daarnaast wordt een groot aantal duikers aangelegd of vervangen en worden nieuwe stuwen geplaatst. De nieuwe wateropvanggebieden en onderhoudspaden zijn toegankelijk voor wandelaars via wandel- en struinpaden. De terreinen worden beheerd als schraal grasland. Daarmee bieden ze voldoende berging voor extreme neerslag, maar is er ook een meerwaarde voor recreatie, flora en fauna.

werkzaamheden_weijenborgerdijk

Meten = weten

De maatregelen in en rondom Lichtenvoorde hebben effect op het risico op wateroverlast. Om te volgen of het gewenste effect bereikt wordt (het verminderen van wateroverlast), is een monitoringsplan opgesteld. Doel is om te meten of de huidige inrichting voldoet aan de uitgangspunten van het inrichtingsplan. Aan de hand van de meetresultaten kan worden bijgehouden of het watersysteem functioneert, zoals de bedoeling is. Er zijn twee meetlocaties ingericht t.b.v. de sturing. Het moment van inzetten van de bergingsvijver is cruciaal: te vroeg inzetten kan ertoe leiden tot de bergingscapaciteit (het volume water dat kan worden vastgehouden tijdens natte omstandigheden) al volledig is benut op het moment dat de echte piek passeert. Om de bergingsgebieden op het juiste moment in te kunnen zetten, zijn daarom stuw Vragenderpoort en stuw Vosdijk ingericht als meetlocaties: daar is constant een meting van het oppervlaktewaterpeil. Om te controleren of het inrichtingsplan in de praktijk werkt zoals oorspronkelijk bedoeld is, zijn bovendien acht meetlocaties geselecteerd waar de waterdoorstroom (hoeveelheid water binnen bepaalde tijd), grondwater- en oppervlaktewaterpeilen worden gemeten.