Oude adel anno nu
Het gebied rond de Baakse Beek en Veengoot herbergt veel oude landgoederen, die vaak al eeuwenlang hun stempel zetten op het landschap en het grondgebruik. Oude monumentale bossen, lanensystemen, grachten en sloten die de landgoederen doorkruisen zijn een weldaad en lust. Qua ondernemerschap brengen de akkerbouw, bosbouw, toerisme en recreatie het noodzakelijke geld in het laatje. ‘Alles’ wordt ingezet om het goed en de opstallen – vaak in de vorm van een prachtig kasteel of landhuis en monumentale bijgebouwen en boerderijen – te beheren en behouden voor volgende generaties. Het proces Landgoederenzone Baakse Beek biedt hierbij nieuwe kansen en mogelijkheden. Hoe gaat de jongere garde met de bedrijfsvoering anno nu om? Diederik baron van Dorth tot Medler van landgoed ’t Zelle.
Buitenplaats ’t Zelle oogt statig in de middagzon, op de eerste Woningsdag ooit. ‘De luiken zijn naar de schilder’, vertelt Mechteld Feilzer- barones van Dorth tot Medler, die het huis bewoont. ‘Ja, er is heel wat onderhoud op een landgoed.’ In de schaduw van een oude boom brengt de innemende barones thee – compleet met heerlijke zelfgebakken koek – en strijkt even later Diederik, de jongste broer, neer voor een gesprek.
Diederik: ‘Het landgoed zoals het nu is, dat hebben we aan onze ouders te danken. Het is sinds 1840 in bezit van onze familie en mijn vader erfde het na de tweede wereldoorlog. Hij had twee rechterhanden, was een rasechte ondernemer en ging steeds meer zelf exploiteren. Zo werd het een groot landbouwbedrijf met veel akkerbouw, bosbouw, in de jaren ’50 startten mijn ouders met de verhuur van vakantiehuizen en 10 jaar later begon mijn vader met het houden van slachtkippen. Ja, mijn vader was altijd bezig met ondernemen en ontwikkelen en bedacht steeds iets nieuws. Ook het huis is door mijn ouders verbeterd. Wij, de vier kinderen, hebben het vervolgens geërfd. Ondertussen hebben wij het weer doorgegeven aan onze 10 kinderen.’
Het landgoed Het Zelle ligt in de driehoek Hengelo-Ruurlo-Vorden en is 356 hectare groot. Op het landgoed staan drie pachtboerderijen, drie verhuurde woningen, zes woningen op erfpacht en acht vakantiehuizen. Op initiatief van Diederik’s oudere broer Gijs is in de jaren ’90 een 18-holes golfbaan met clubhuis, driving range en 9-holes par-3 baan aangelegd en ook dat levert huurinkomsten op. Ongeveer de helft van het landgoed bestaat uit bos. Het bosbeheer is gericht op de ontwikkeling van een stabiel bosecosysteem, waarbij zowel natuur- en landschapswaarden als houtproductie belangrijk zijn. Er is een lanenstelsel met een centrale zevensprong, en een bosvijver en waterdoolhof liggen verscholen in het bos. Maar liefst 14 kilometer aan wandelpaden is opengesteld voor publiek. Het Pieterpad, de Varsselroute en het wandelknooppuntennetwerk voeren over het landgoed. De kippenschuur heeft het veld geruimd voor een boomgaard met paden. Het voormalige koetshuis en bijbehorende schuur op het ‘huiseiland’ zijn nu in de verhuur als kantoorruimte en zorgboerderij MAROPE is op het landgoed gevestigd, in ruil voor hand- en spandiensten. De oppervlakte van natuurterrein is toegenomen van vrijwel niets tot circa twintig hectare.
Diederik heeft het opgroeien op het landgoed als een voorrecht ervaren. ‘Het was altijd heerlijk hier, veel buitenspelen en in de natuur zijn. Als nakomeling was het soms ook wel eens saai en we woonden ver van alles vandaan. Dat uitgaan heb ik tijdens mijn studietijd (rechten) ruimschoots ingehaald, haha. Ik ben ook dol op vogels. Het buitenleven zit in het DNA, denk ik. Nog steeds geniet ik enorm van buiten bezig zijn, ik racefiets graag en als ik dan opeens een kiekendief zie, kan ik daar echt van genieten.’ Mechteld herinnert zich haar jeugd ook nog levendig: ‘We hebben altijd zelf de handen uit de mouwen gestoken en soms waren het barre tijden. Diederik heeft dat nooit zo meegemaakt, hij was een nakomeling, 9 jaar jonger. Daarom noem ik hem ook een verwend nest, haha.’
De jonge garde – Diederik en de 10 kinderen – is de volgende generatie van aandeelhouders en zij stellen het beleid vast; het dagelijks beheer wordt uitgevoerd door de directeur–rentmeester Liet. Diederik: ‘Economisch rendement ten behoeve van instandhouding van het landgoed is het devies. Beheer en onderhoud vraagt veel en daar moeten inkomsten tegenover staan. Dat is hard werken en het vraagt doorzettingsvermogen en creativiteit. Het meegaan met de tijd maar ook de droogte – veroorzaakt door onder meer de klimaatverandering en vroegere ruilverkaveling in aangrenzend gebied – zet nieuwe plannen op de agenda. Die lopen mooi in de pas (Programmatische Aanpak Stikstof) met het proces landgoederenzone Baakse Beek, dat door Provincie, gemeente Bronckhorst en het Waterschap Rijn en IJssel gestart is in dit gebied. We denken en doen daar graag aan mee. De eerste bijeenkomst in 2019 werd hier op ’t Zelle gehouden, mijn zus Mechteld was daarbij.’
Diederik vertelt dat het gebied vroeger natter was en dat er regelmatig laaggelegen weilanden onder water stonden. ‘Dat is nu niet meer zo. We merken het ook aan de bomen, die sterven met als gevolg minder biodiversiteit. Onze gracht wordt deels gevoed door grondwater maar tegenwoordig moeten we tien maanden per jaar bijpompen, anders staat het water te laag. In vergelijking met de andere landgoederen in de regio zitten wij hier lastig, in een verkeerde hoek: vlakbij waterwingebied ’t Klooster en niet in de buurt van een watergang.’ Zelf onderneemt het landgoed al stappen, vertelt Diederik. ‘Ongeveer vier hectare populierenbos is omgevormd naar halfnatuurlijk grasland, dat deels ook is ingericht als waterretentiegebied. Daar was het altijd nat maar afgelopen jaar stond het voor het eerst zelfs in de winter droog. We leveren ook een bijdrage door onze pachtboeren toe te leiden naar duurzaam bodembeheer en natuurinclusieve landbouw. Afgelopen jaar hebben ze daarover cursussen gevolgd en ze leren zo stapsgewijs inzien dat het beter is en toch geld oplevert. Maar ik snap de aarzeling wel: ze moeten kunnen verdienen. De overheid moet daarbij ondersteunen, vind ik, want een omslag vereist veiligheid en duidelijke afspraken.’
Wat verwacht de familie van het proces, dat al even gaande is in de landgoederenzone? Diederik: ‘We verwachten dat er iets aan de droogte kan worden gedaan en hopen dat er meer water onze kant op zal komen. En dat er meer maatregelen komen om water langer vast te houden. Ook andere vormen van landbouw en duurzaam bodembeheer zie ik als een oplossing tegen de droogte en verbetering van de waterkwaliteit.’ Mechteld voegt toe: ‘Wat ik hoop is dat er in ieder geval weer vissen in de sloten terugkomen!’ Diederik: ‘We sluiten graag aan in dit proces. Sowieso nodigen we regelmatig stakeholders en partners uit in ons huis, we zijn immers onderdeel van de samenleving. We halen graag de banden aan en delen met alle plezier ons landgoed, zodat iedereen ervan kan genieten.’