De Wiersse: een heerlijkheid met toekomstvisie
Sinds 1678 bewoont en beheert dezelfde familie landgoed De Wiersse, een indrukwekkende heerlijkheid, waar natuurlijke allure en de romantische sfeer direct charmeren. Hier geen statig landhuis maar een robuust en betoverend kasteeltje, dagelijks bewoond door het gezin, getuige de kinderfietsjes in allerlei formaten, gestald rond de toegangspoort. Wandelaars en groepen tuinreizigers worden van harte verwelkomd op De Wiersse. Corona veroorzaakte enige tegenslag maar de droogte, vertelt het echtpaar, geeft grotere en structurele zorgen. Welke oplossingen zijn er voor dit vraagstuk? Wat is al gedaan en wat is er nog te doen? Aart en Mary delen hun ervaringen en visie.
Het ruim 300 hectare metende landgoed bestaat uit 130 hectare bos en natuur, 45 hectare landbouwgrond in eigen beheer – voornamelijk agrarisch natuurbeheer – 32 hectare landschapspark, 16 hectare tuin en verder verpachte landbouwgrond. De Baakse Beek stroomt door het landgoed en voedt de waterpartijen zoals de vijver, binnen- en buitengracht. Voldoende water – en van een goede kwaliteit – is essentieel voor het voortbestaan van het landgoed. Aart en Mary maken zich zorgen over zowel de waterkwantiteit – te laag grondwaterpeil en te weinig oppervlaktewater – als de kwaliteit. ‘Als er niet snel wordt ingegrepen, hier op het landgoed maar vooral ook daarbuiten, het is tenslotte een watersysteem, dan wordt de droogteschade voor iedereen steeds groter.’ De tuinen en het park – een internationale trekpleister voor tuinreizigers – zijn afhankelijk van voldoende aanvoer van water en een grondwaterstand die hoog genoeg is.
Meer tuinbezoek
Corona had invloed op de bezoekersaantallen van de tuinen, vertelt Aart. ‘De groepstuinreizen vielen weg, daardoor verloren we veel bezoekers. Het begint nu weer een beetje aan te trekken. Voor de open dagen was juist steeds meer interesse. Vroeger hadden we 7 open zondagen per jaar, sinds begin dit jaar zijn we ook elke donderdag open in het seizoen, dat loopt van april tot en met september. We merken dat veel meer wandelaars de weg naar de tuinen vinden. Daardoor bleef de coronaschade beperkt voor ons.’ Terwijl de schade door corona meeviel, zijn de gevolgen van de toenemende verdroging - mede door de klimaatverandering - steeds nijpender en zichtbaar op het landgoed.

Droogteschade
Aart: ‘De droogteproblematiek heeft een lang verleden, die ontstond niet opeens. Vanaf de jaren ’20 van de vorige eeuw werd het watersysteem op de schop genomen en gekanaliseerd. Vanaf de vijftiger jaren werd het veen afgegraven, vond de ruilverkaveling plaats en werd de landbouw steeds intensiever. Het watersysteem raakte zo ontregeld en steeds minder water werd vastgehouden. De waterwinning heeft ook een negatieve invloed, die is exponentieel toegenomen in de afgelopen decennia. Het grondwaterpeil is inmiddels flink gezakt. Dat alles heeft invloed op de bomen en planten, die verdrogen en deels afsterven. Er moet door ons daardoor meer gesnoeid en opgeruimd worden, met alle kosten van dien. We hebben dit jaar voor bijna € 100.000 aan veiligheidssnoei in de lanen moeten doen. Maar ook op het oppervlaktewater heeft het effect. Moet je nagaan dat hier in de Tweede Wereldoorlog het hele jaar door nog elektriciteit werd opgewekt uit de stroming van de beek! Inmiddels staat het water in de zomer altijd stil. We hebben dan geen stromende beek maar een soort meertje waaruit het water langzaam wegzakt. En het stilstaande water groeit vervolgens, door de matige waterkwaliteit, dicht met kroos. En dat betekent: een groene vlakte in plaats van spiegelend water, dat bij een Rijksmonument als dit vereist is. In 2020 hadden we zelfs droogval, toen zakte het stilstaande water helemaal weg en kon je lopen in de beek.’
Regionale maatregelen nodig
Tot dusver is een aantal ingrepen op De Wiersse uitgevoerd om de droogte te keren. Aart: ‘We voeren al heel lang gesprekken over passende maatregelen. Eind jaren ’80 kregen we een meanderende beek met vistrappen terug op het landgoed. Ook hebben we een stuw waarmee we het water in de beek vast kunnen houden voor de tuinen en houden we met een uitgebreid stelsel van kleine stuwtjes zoveel mogelijk water vast. Er wordt daarnaast veel onderzoek gedaan maar er is relatief weinig gebeurd. Wat ik zelf opvallend vind, is dat wij hier een kleinschalig natuurlijk landgoed beheren, waarin in de loop der eeuwen weinig veranderd is in het systeem. Wij houden veel water vast, bijvoorbeeld in de rabattenbossen, terwijl om ons heen de omgeving intensief gerationaliseerd werd. Daar ingrijpen heeft een groter effect dan aanpassingen uitvoeren op relatief kleinschalige en onaangetaste grondgebieden zoals het onze. We staan natuurlijk klaar om bij te dragen, zoals het verondiepen van de Baakse Beek hier, dat houdt verdere verergering van de effecten van de droogte hopelijk tegen, maar is niet de oplossing. Het gaat mijns inziens om een structurele verandering in het hele gebied en het volledige watersysteem. Gelukkig staat de droogte nu overal steeds nadrukkelijk op de agenda, dat is de hoogste tijd!’
Zorg in alle opzichten
Aart geeft aan dat deze complexe problematiek om een serie van maatregelen vraagt. ‘Tekort aan oppervlaktewater tast figuurlijk maar ook letterlijk onze fundamenten aan: als de binnengracht leeg staat, is dat kwalijk voor de fundering van het landhuis. Wat betreft de waterkwaliteit voeren we gesprekken met het waterschap en denken we na over oplossingen. De rioolwaterzuivering in Ruurlo loost behoorlijk vervuild water; daar moeten we wat mee. Wat ons betreft is een stijging van het grondwaterpeil, en alle ingrepen die daarvoor nodig zijn, een logische maatregel en het belangrijkste is dat het hele systeem wordt aangepakt. De verdroging die we zelf hebben veroorzaakt in deze regio, onder meer door afgraving en kanalisering, moeten we nu weer oplossen. Vroeger stroomde bovenstrooms veel water in, dat zou weer hersteld moeten worden door meer water vast te houden. De effecten daarvan zijn aanzienlijk, maar niet optimaal. We zouden ook meer richting nieuwe inzichten kunnen denken: aanvoer van water uit andere gebieden, bijvoorbeeld via de IJssel. De echte visie laat nog op zich wachten, verder en groter denken staat nog in de kinderschoenen, helaas.’
Minder winning en waterverbruik
Aart: ‘Er valt ook nog veel te winnen als er kritisch gekeken wordt naar de waterwinning in dit gebied. Dit is een van de droogste gebieden van Nederland en we verergeren die problematiek zelf door juist hier heel veel drinkwater te winnen. Rioolwater wordt vervolgens veelal geloosd op de IJssel en blijft dus niet in het gebied.’ Als Mary en Aart het voor het zeggen zouden hebben, is hun concluderende lijst met wensen helder een meer natuurlijke inrichting van het landschap, vooral daar waar teveel rationalisering heeft plaatsgevonden, minder waterwinning, meer gezuiverd water het gebied inbrengen, en meer aanvoer van water van ‘buitenaf’. ‘Het is complex om een landgoed onder de huidige omstandigheden in stand te houden en een probleem moet eerst heel groot worden voordat er notie van wordt genomen,’ aldus Aart. Mary voegt toe: ‘Maar voor de meeste dingen zijn oplossingen te vinden, hoe lang het ook duurt. Met enthousiasme en eindeloos plezier gaan we gewoon door!’