Liefdespad in Ruurlo: roeien met de riemen die je hebt
In het thema van Liefde voor Water, heeft Waterschap een bijdrage geleverd aan het liefdespad in Ruurlo, geïnspireerd op een gedicht van de geliefde Achterhoekse Staring. De roeispaan staat symbool voor een metafoor: in het huwelijksbootje stappen. Staring schrijft hierover dat men moet werken aan de relatie door te roeien met de riemen die je hebt.
Kleindochter Jennine van der Plassche Staring, woonachtig op De Wildenborch, heeft ter illustratie het gezongen gedicht beschikbaar gesteld. ‘Het gedicht is gezongen door zijn dochter Caroline ten gelegenheid van het huwelijk van Jhr. W. van Rappard en Mej. E. Op ten Noort in september 1822. De Starings waren bevriend met de Op ten Noorts.’
Een nieuw lied, van een meisje en een schipper
(op een bruiloft gezongen)
A.C.W. Staring
't Was ochtend; een Meisje ging wandlen aan strand;
Een bootje, dat vlagde, lei ree;
En straks was de vriendlijke Schipper ter hand,
Die sprak: "Schoon Kind, wilt gij mee?
't Is het regte getij om te varen,
Nu de morgenzon glanst op de baren.
Grijp moed, Schoon Kind, en vaar mee!"
-
Het Meisje, met blosjen op voorhoofd en wang,
Stond peinzend aan 't ruim van de zee;
Daar klonk uit den hoogen een Toovergezang;
Daar murmelde 't zacht langs de ree:
"Ga varen, Lief Kind! ga varen!
De morgenzon glanst op de baren:
Gij voert het Geluk met u mee!"
-
Maar tranen bedauwden een moederlijk oog:
Het scheiden, het missen doet wee!
En troostend begon weer de Zang van omhoog,
En blijder herhaalde de ree:
Laat varen 't Jong Paar! laat varen!
Gelijk van gemoed en van jaren,
Doorkruist het een veilige zee!"
